Parotidectomie
De oorspeekselklier is gelegen voor en onder het oor. Iedereen heeft twee oorspeekselklieren (glandula parotis), die samen met twee speekselklieren onder de kaak en twee onder de tong de zes grote speekselklieren vormen.
Via een afvoergang die in het wangslijmvlies uitmondt, wordt het speeksel uit de oorspeekselklier naar de mondholte afgevoerd.
De oorspeekselklier bestaat uit twee delen:
- een oppervlakkig deel (oppervlakkige kwab)
- en een diep gelegen deel (diepe kwab)
Tussen de oppervlakkige en diepe kwab loopt de aangezichtszenuw (de nervus facialis). Deze zenuw verzorgt de motoriek van het aangezicht: lachen, fronsen, lippen tuiten, sluiten van de oogleden.
AANDOENINGEN VAN DE GLANDULA PAROTIS
GEZWEL / TUMOR
Een gezwel in de oorspeekselklier kan worden opgemerkt doordat een bobbel onder de kaakrand of op de wang, voor of vlak onder het oor, ontstaat. Soms gaat het oorlelletje wat naar buiten staan. Over het algemeen geeft dit geen pijnklachten of uitval van de aangezichtszenuw. De meeste gezwellen zijn goedaardig (een cyste, pleiomorf adenoom of Warthin tumor). Kwaadaardige gezwellen in de oorspeekselklier zijn zeldzaam. Bij Kaakchirurgie Zuyd behandelen wij alleen de goedaardige gezwellen. Indien voor de ingreep komt vast te staan dat er sprake is van een kwaadaardig gezwel wordt u doorverwezen naar een academisch ziekenhuis.
ONTSTEKING
In de klier zelf of in de afvoerbuis naar de mond kunnen stenen voorkomen die de speekselafvoer belemmeren. Wanneer deze speekselstenen vast blijven zitten, kan een chronische ontsteking van de speekselklier ontstaan. Ook zonder speekselstenen kan de oorspeekselklier chronisch ontstoken raken. Wanneer de pijnklachten en de ontstekingen ernstige vormen aannemen, kan worden besloten de aangedane speekselklier te verwijderen.
DE OPERATIE
Het weghalen van de gehele of een gedeelte van de oorspeekselklier (de glandula parotis) wordt een parotidectomie genoemd. Deze operatie vindt altijd plaats onder algehele narcose en verloopt via een aantal stappen:
HET MAKEN VAN DE HUIDSNEDE
Om de oorspeekselklier goed te kunnen zien en te kunnen verwijderen wordt een snede in de huid gemaakt die voor het oor langs en vervolgens achter de kaakhoek naar de hals loopt.
Op deze wijze kan een goed zicht op de oorspeekselklier verkregen worden, zodat de aangezichtszenuw verantwoord kan worden opgezocht. Dit betekent dus dat een grote huidsnede nodig is om een relatief kleine aandoening veilig te kunnen verwijderen. We proberen de huidsnede in bestaande huidplooien te laten lopen zodat na de operatie het litteken zo min mogelijk opvalt.
HET OPZOEKEN VAN DE AANGEZICHTSZENUW (NERVUS FACIALIS)
De hoofdstam van de aangezichtszenuw komt vanuit de schedelbasis de oorspeekselklier binnen en vertakt zich vervolgens naar de verschillende spiergroepen (voorhoofd, oog, wang en mond) van het aangezicht. Vanaf de hoofdstam worden de zenuwvertakkingen opgezocht, vervolgd en vrij gelegd. Het opzoeken van de zenuw gebeurd onder zicht en met behulp van een zenuwstimulator en zenuwmonitor.
HET VERWIJDEREN VAN DE AFWIJKING
Op geleide van de takken van de zenuw en de locatie van de afwijking wordt een gedeelte van de speekselklier tezamen met de afwijking verwijderd. Soms moet ook oorspeekselklierweefsel onder de aangezichtszenuw worden weggenomen.
HET SLUITEN VAN DE WOND
De operatie wordt beëindigd met het aanbrengen van een wonddrain en het hechten van de operatiewond. De duur van de operatie (1 – 4 uur) hangt af van de uitgebreidheid en plaats van de aandoening in de oorspeekselklier.
NAKLACHTEN NA EEN PAROTIDECTOMIE
PIJN
De pijn na de operatie is meestal gering en wordt veroorzaakt door de wond en soms door de houding van het hoofd tijdens de operatie. Indien nodig is paracetamol meestal voldoende als pijnstiller.
ZWELLING
In het wondgebied treedt dikwijls enige zwelling op, die na verloop van enkele weken weer verdwijnt.
WONDDRAIN
Voor de afvoer van wondvocht en om bloedophoping onder de huid te voorkomen wordt een zogenaamde wonddrain (slangetje) in de wond gelegd, die door de huid van de hals weer naar buiten komt. De wonddrain wordt meestal de dag na de operatie verwijderd.
SPEEKSEL
Het gemis van (een deel van) de oorspeekselklier heeft geen merkbare invloed op de hoeveelheid speeksel.
AANGEZICHTSZENUW (NERVUS FACIALIS)
De aangezichtszenuw speelt een belangrijke rol bij een parotidectomie. Elke aanraking van de zenuw met chirurgische instrumenten kan zwelling van de zenuw veroorzaken, waardoor de functie na de operatie tijdelijk belemmerd kan worden. De uitgebreidheid van de operatie bepaalt de ernst van tijdelijk verminderde spieractiviteit in één gelaatshelft. Hierdoor ontstaat een (gedeeltelijk) scheef gezicht. Voorafgaande aan de operatie valt niet vast te stellen bij wie en hoe ernstig functievermindering zal optreden. Wanneer het oog na de operatie niet gesloten kan worden, is het dragen van een horlogeglasverband (pleisterverband met ingebouwd doorzichtig gedeelte) ’s nachts nodig, naast het gebruik van oogdruppels om uitdroging van het oog te voorkomen.
Een niet of slecht functionerende aangezichtszenuw, die tijdens de operatie volledig intact is gebleven, herstelt zonder behandeling in de loop van enkele weken tot maanden.
ANDERE GEVOELSSENSATIE
Om een oorspeekselklieraandoening adequaat te verwijderen is het niet altijd mogelijk om een belangrijke gevoelszenuw van de huid in de hals te behouden. Dit veroorzaakt na de operatie een verdoofd gevoel van de oorschelp en het operatiegebied. Na verloop van enkele maanden wordt het verdoofde gebied steeds kleiner en vaak herstelt het helemaal. Mocht het gevoel niet geheel normaal worden, dan wordt dat in het dagelijks leven nauwelijks als hinderlijk ervaren.
HECHTINGEN
De hechtingen worden na ongeveer 7 dagen op de polikliniek verwijderd.
TRANSPIREREN WANG (SYNDROOM VAN FREY)
Bij het verwijderen van (een deel van) de oorspeekselklier worden, met het oog onzichtbare, zenuwtakjes doorgesneden, die belangrijk zijn voor de speekselproductie. Na de operatie kunnen deze doorgesneden zenuwtakjes vergroeien met zenuwuiteinden van zweetkliertjes in de wang, waardoor een soort ‘kortsluiting’ ontstaat. Bij veel patiënten kan dit tijdens of voor een maaltijd leiden tot transpiratie en roodheid van de huid in het geopereerde gebied. We noemen dit late gevolg van de oorspeekselklieroperatie het syndroom van Frey. Ook het ruiken of zien van voedsel kan tot een dergelijke reactie leiden. Wanneer dit transpireren tot problemen aanleiding geeft is behandeling met plaatselijke Botox injecties een 100% effectieve oplossing.
ESTHETIEK
Na het verwijderen van een gedeelte van de oorspeekselklier zal er een litteken ontstaan. Dit litteken laten we zoveel mogelijk in bestaande huidplooien lopen zodat dit achteraf zo min mogelijk opvalt. Verwijdering van een gedeelte van de oorspeekselklier zal echter ook tot volumeverlies aan de aangedane zijde leiden. Dit kan een enkele keer zichtbaar zijn als een “deuk” in het gelaat.
COMPLICATIES
NABLOEDING
Wanneer de wonddrain fors gaat lopen, de wang dikker wordt en/of het kuiltje, dat voor of onder het oor ligt, opgevuld raakt, is er sprake van een nabloeding. Het is dan meestal noodzakelijk opnieuw de wond onder narcose te openen en een bloedend bloedvaatje dicht te maken.
UITVAL AANGEZICHTSZENUW (NERVUS FACIALIS)
Een blijvende uitval van de aangezichtszenuw kan optreden, maar is uiterst zeldzaam. Bij een goedaardig gezwel is dit risico kleiner dan 1%. Wel ontstaat er regelmatig een tijdelijke (gedeeltelijke) uitval van de aangezichtszenuw (met name de mondtak). Deze tijdelijke uitval hersteld zich over het algemeen snel.
ONTSTOKEN OOG
Als door de aangezichtsverlamming het oog niet meer (geheel) sluit, kan de oogbol uitdrogen en een oogontsteking optreden. Er ontstaat een pijnlijk, tranend, rood oog. Behandeling met een horlogeglasverband en/of oogdruppels is dan (ook overdag) nodig. Zelden hoeft een oogarts te worden ingeschakeld.